Architecte Ellen Sander met hond Sam bij haar barn aan de Kreugerlaan.
Architecte Ellen Sander met hond Sam bij haar barn aan de Kreugerlaan. Foto: Ruth van Kessel

'Ik geloof echt in dit concept'

WEESP - Ooit woonde hier de burgemeester van Weesperkarspel, daarna boerden een paar generaties Kreuger op de (kaas)boerderij aan het naar hen vernoemde laantje en nu huist architecte Ellen Sander er met haar gezin. Ze transformeerde de boerderij in een 'barn'. Hofstede Den Burgh kent sinds de bouw in 1784 een lange geschiedenis op deze grond grenzend aan het Naardermeer. Grond dat nu in eigendom is van Natuurmonumenten. Met haar ontwerp trekt Sander veel aandacht.

door Ruth van Kessel

Na een druk op de bel zwaait het ambachtelijke hek gastvrij open. Grasveld, stapels hout en fruitbomen komen in zicht. Hond Sam komt vrolijk aangerend, al snel gevolgd door Ellen Sander, die zich met haar natuurlijke uitstraling lijkt te hebben aangepast aan de omgeving. De grote hoeveelheid hout aan het woonhuis valt op, evenals de hoge staldeuren en de enorme luiken aan de bovenverdieping die wagenwijd openstaan: later zullen ze bij een teveel aan wind automatisch dichtklappen. De vroegere stal is een grote leefruimte geworden. De koeiengoot nog zichtbaar, de wanden van leem, de balken stevig in de nok. Een raampartij aan de achterzijde kijkt weids uit op het Naardermeer waar de uitgezette Galloway runderen lijken te grazen in de achtertuin. Sander: "Toen mijn man Erik Veldhoen en ik in 2009 op zoek waren naar een plek waar we konden wonen en werken, vielen we als een blok voor deze boerderij. Wat een plek en wat was de structuur van het gebouw nog mooi intact. Weesp kenden we al een beetje, dus toen we van Natuurmonumenten toestemming kregen om onze plannen te realiseren, waren we dolgelukkig."

Wat had je voor ogen?
"De realisatie van een zogeheten 'barn' met het behoud van de kenmerken van deze monumentale boerderij, duurzaamheid en een sobere uitstraling. En dat is gelukt: naarmate het hout veroudert zie je het huis steeds verder opgaan in het Naardermeer. Dat had ik voor ogen. "

Waar word je door geïnspireerd?
"Ik ga voor duurzaamheid en hergebruik van cultureel erfgoed. Dit stukje aarde wil ik zorgvuldig gebruiken en door het open te laten, kan iedereen ervan meegenieten.'

Met welke duurzame vondsten?
"Jammer genoeg zijn we niet volledig zelfvoorzienend, maar we komen wel ver. We maken gebruik van aardwarmte door dunne buisjes 100 meter de grond in te boren en het warmere water uit de kern van de aarde in een gesloten systeem rond te pompen. Zonnepanelen zorgen voor een groot deel van de elektriciteit en verder heb ik veel materialen hergebruikt."

'Met dunne buisjes halen we warm water uit de kern van de aarde'

Een unieke klus?
"Dat niet. Al eerder had ik voor een vriendin met dezelfde uitgangspunten een huis voor haar aan de Utrechtseweg ontworpen en later mocht ik ook een huis aan de Keverdijk in deze stijl neerzetten. Mijn 'barns' worden door voorbijgaande fietsers en wandelaars herkend. Ze spreken me erop aan, superleuk. Ik mag nu ook de visserij aan de Meerkade van Staatsbosbeheer in deze stijl verbouwen."

Was ontwerpen altijd al je ding?
"Helemaal niet. Dierenarts wilde ik worden, maar toen ik drie maal was uitgeloot, besloot ik architectuur te gaan studeren. Ik ging voor de stoerheid van beton, maar kreeg aanvankelijk vooral interieuropdrachten. In Leidschenveen heb ik mijn principes van het laten opgaan van gebouwen in hun omgeving toegepast op een Vinex-woonwijk. Dat heeft ogen geopend: mooi hoeft niet altijd duur te zijn, Ik geloof echt in dit concept."