Henry van Hal, eerste en enige kinderfysiotherapeut in Weesp, gaat met pensioen.
Henry van Hal, eerste en enige kinderfysiotherapeut in Weesp, gaat met pensioen. Foto: Ruth van Kessel

Trots op elk kind dat zich met een beperking weet te redden

WEESP – Hij had nog wel even na zijn 65ste door willen gaan, maar als de kans zich voordoet om je geliefde praktijk over te dragen aan een gewaardeerde collega, dan laat je zo'n kans niet schieten. Dus stopt Henry van Hal na 36 jaar als kinderfysiotherapeut in Aetsveld en laat hij per 1 oktober de voortzetting van zijn praktijk over aan fysiotherapeut Willem van Lindenberg.

door Ruth van Kessel

Neuriënd loopt Henry van Hal zijn werkkamer binnen. Links het wandrek, rechts de behandeltafel waar kinderen zo kort mogelijk op hoeven te liggen, een wand vol uitdagend spelmateriaal, maar vooral: overal kindertekeningen. De wanden hangen er vol mee. 'Lieve Henry , dank je wel' staat er met grote hanenpoten onder een vrolijk getekend meisje. Op andere dagen zou hij tegen een kind zeggen: 'laat maar zien wat je kan' en de oefentol uitdagend laten wiebelen. 'Dat is goed, knap hoor.' Maar vandaag is het een andere dag: een afscheidsinterview. Is dat nodig, vraagt hij zich af? Wat heb ik nu voor iets bijzonders gedaan? Dat hij zich een pionier in kinderfysiotherapie mag noemen en al die jaren de enige in Weesp, lijkt hij zich nu pas te realiseren.

Je was al kinderfysiotherapeut voordat het een apart vak was, toch?
"Dat is waar. Tijdens mijn opleiding inspireerde een docent mij om een kijkje te nemen in het kinderrevalidatiecentrum in Arnhem. Ik vond het meteen zo leuk en er was een vacature, dus ik kon daar aan de slag. Toen, in 1976, was er voor kinderfysiotherapie nog geen aparte opleiding en heb ik het vak in de praktijk en met cursussen geleerd. Wel was er een aparte vereniging voor fysiotherapeuten die met kinderen werkten en voor ik het wist zat ik in het bestuur en heb ik meegewerkt aan de ontwikkeling van het vak. Dat het een aparte discipline werd duurde toen nog tien jaar."

Een eerste kinderfysiotherapiepraktijk in Weesp, hoe bijzonder was dat?
"In het revalidatiecentrum ontdekte ik dat ik de diagnostische fase het leukst vond, dus was een eigen praktijk een logische stap. In 1978 begon ik in Weesp. Dat was echt pionieren: kinderfysiotherapie was nog een onbekend fenomeen en niemand in Weesp die me kende. Ik heb wat scholen, artsen en consultatiebureaus afgelopen om te vertellen wat ik kon betekenen voor kinderen. Ik moest mezelf echt bewijzen, het was een mooie tijd. Nu bellen huisartsen mij: Henry, wat vind jij?"

Voorkeur voor een leeftijd?
"Voor ouders is elk probleem met hun kind heel groot. Ze maken zich zorgen, terechte zorgen. Het maakt niet uit welke leeftijd dat is: hele kleintjes zijn kwetsbaar, maar ook als een kind niet lekker gaat op school. Dan is het fijn dat ik met mijn ervaring ouders ook kan geruststellen: het komt wel goed. In de meeste gevallen dan. Ik begon met de behandeling van kinderen in de basisschoolleeftijd met een motorische achterstand, ontwikkelstoornis en spierziekten. Zo kwam ik ook bij het speciaal onderwijs terecht, waar ik zelf naar de scholen toe ging. Later toen ik meer naam had in Weesp kreeg ik steeds jongere kinderen in behandeling."

'Ik heb me als kinderfysiotherapeut echt moeten bewijzen'

Een hele verantwoordelijkheid?
"Je mag als therapeut jonge ouders begeleiden in de omgang met hun kind. Je krijgt hun vertrouwen en ze varen op je deskundigheid. Een kind is het meest kostbare bezit voor ouders en als ik dan later terughoor dat ze – ook als een kind een ziekte niet heeft overleefd – je dankbaar zijn, dan raakt me dat. Elke keer weer."

Hoe zie jij je rol?
"Als een kind een neurologische ontwikkelingsstoornis heeft, worden ouders vaak overdonderd door alle hulpverlening. Ik hielp ze dan om zelf te blijven denken en de regie te houden: het is jouw kindje, jij mag bepalen wat er gebeurt. Als je iets niet wil, doe het dan niet. Jij beslist. Ik hielp ouders alle mogelijkheden, voor- en nadelen op een rijtje te zetten. Ik zie de kinderen natuurlijk ook heel vaak, meer dan een arts of een consultatiebureau of school. Deze begeleiding vond ik heel leuk om te doen en hulpverleners wisten na 36 jaar mijn oordeel ook wel op waarde te schatten."

Hoe win je vertrouwen bij kinderen?
"Ik zie snel wat voor vlees ik in de kuip heb. Bij de een begin je heel rustig, de ander kun je meteen al uitdagen. Het kan mij niet schelen of ik een paar behandelingen nodig heb voor testen, het gaat erom dat het goed gebeurt en in het tempo van het kind. Het is belangrijk dat je steeds net op het randje van wat een kind kan gaat zitten en het zo steeds een stapje verder brengt. De trots op die smoeltjes als het ze ineens lukt om zelfstandig te fietsen, is goud."

Hoe krijg je het voor elkaar?
"Door steeds respect te houden voor het kind. Door te luisteren naar wat het zegt en door te kijken wat het doet. Als je dat niet doet, bereik je niets, een kind geeft zich alleen als hij of zij dat wil."

Met welk compliment ben je blij?
"Als ik nu een volwassene succesvol zie functioneren, terwijl ik weet van hoe ver hij of zij komt, dan ben ik trots. Op hem of haar. Dat zijn kinderen die ondanks een beperking zich ontwikkelen en doorgaan, opgroeien tegen wil en dank. Als ouders mij daar dan een rol in toebedelen vind ik dat natuurlijk aardig, maar wat mij betreft ligt het toch aan de inspanningen van de jongen of het meisje zelf."

Ouder worden, combineert dat met kinderen?
"Het wordt alleen maar gemakkelijker. Je werkt relaxter, je hebt vertrouwen, ik laat me niet meer opjutten door gedoe met verzekeringen en dat bevalt me goed. Met de kinderen probeer ik in de pas te blijven lopen door me in te leven in hun leefwereld. Als je een open houding naar kinderen hebt en oprecht nieuwsgierig bent, dan gaat dat vanzelf. Sommige therapeuten zijn strak en doelgericht bezig, ik beweeg liever met het kind mee."

Je hebt twee dochters, heeft je dat veranderd als kindertherapeut?
"Door Lyanne en Wendy heb ik nog meer geleerd me in te leven in wat er gebeurt met een kind. Stiekem keek ik ook wel eens met de ogen van een fysiotherapeut naar hen en deed ik motorische testjes. En wist ik, oké, het zit wel goed. En als ik heel eerlijk ben doe ik dat nu ook met de kleinkinderen."

Je wordt oppasopa?
"Heel erg leuk. Ik had eerst langer door willen werken; mijn vrouw Lenny is 8 jaar jonger en ik werk nog steeds met plezier. Nu ik de praktijk kan verkopen, is het goed om afstand te nemen. Het zal niet gemakkelijk zijn om mijn kindje los te laten, maar ook in die zin zijn mijn kleinkinderen een zegen. Zij zorgen voor afleiding."

Blij dat de praktijk in Aetsveld blijft?
"Toen ik de praktijk in 1993 van de Troelstralaan naar Aetsveld verhuisde, heb ik eerst huisarts Ben de Groot gebeld. Hij had ervaring met Aetsveld. Ben stelde me gerust: 'De mensen weten je echt wel te vinden, Henry.' En hij had gelijk. Ik vind het grappig dat Ben en ik nu tegelijk stoppen en dat zijn opvolger nu een praktijk pal naast de mijne – nou ja, die van Willem van Lindenberg - bouwt."