Fietsendiefstal: de cijfers exploderen
Fietsendiefstal: de cijfers exploderen

Alleen met deltaplan kan fietsendiefstal worden aangepakt

Algemeen

LNP De diefstal van e-bikes explodeert de laatste tijd, maar in liefst 85 procent van de ongeveer 740.000 gestolen fietsen gaat het om een gewone fiets, zonder batterij. Ook deze cijfers lopen steil op. Het is een probleem waar veelal schouderophalend over wordt gedaan, maar volgens Guus Wesselink van de Stichting Aanpak Fiets- en E-bikediefstal (S.A.F.E.) is het een serieus probleem en wordt het tijd voor een deltaplan.

Het probleem van de enorme hoeveelheid fietsendiefstallen in ons land is vooral een onzichtbaar probleem. Per jaar doen namelijk rond 50.000 personen aangifte van diefstal van hun ongemotoriseerde tweewieler. Bij deze aangiftes gaat het veelal om een elektrische fiets, aangezien die al snel een waarde vertegenwoordigt van tweeduizend euro of veel meer. Dan is een aangifte wel zinnig en dat wordt ook ingegeven door het feit dat veel e-bikes verzekerd zijn tegen diefstal. Verzekeraars eisen een bewijs van aangifte voordat ze uitbetalen.

Buiten beeld

In 2020 deden 47.944 personen aangifte van diefstal van hun fiets en afgelopen jaar waren dat er 26.365. Normaal gesproken is zo’n forse daling aanleiding voor een juichend verhaal, maar niet nu, want het lijkt veel aannemelijker dat steeds minder mensen aangifte van gewone fietsdiefstal doen. Uit het onderzoek Fietsdiefstal in Nederland, dat Bureau Beke in het najaar van 2020 publiceerde, blijkt dat toen nog slechts 14 procent van de slachtoffers aangifte deed en naar schatting van de kenners, onder wie Guus Wesselink, lag dat percentage vorig jaar lager. In 2012 deed nog 32,5 procent aangifte van diefstal van een gewone fiets, maar in 2019 was dit gedaald naar 26 procent en er is geen enkele reden om aan te nemen dat dit inmiddels gestegen is.

Weesp

Er is volgens de cijfers uit de Veiligheidsmonitor geen gemeente die ontkomt aan een stijging van het aantal fietsendiefstallen. In 2021 werd in Weesp 25 keer aangifte gedaan na diefstal van een elektrische fiets. Een jaar eerder gebeurde dit 22 keer. Van gewone fietsen werd 35 keer aangifte gedaan, tegenover 56 keer in 2020. Dat is een ontwikkeling van 13,6 procent voor e-bikes, en -37,5 procent voor gewone fietsen.


Georganiseerde misdaad

Fietsen gaan naar Polen, Duitsland, België en het voormalige Oostblok

Volgens Wesselink is veelal sprake van georganiseerde misdaad in plaats van dat even een fietsje wordt ‘geleend’ om niet te hoeven lopen. Polen, Duitsland, België en de landen in het voormalige Oostblok zijn volgens hem landen waar veel fietsen een nieuwe eigenaar vinden. Wesselink vindt de ontwikkeling de laatste jaren schrikbarend en er is alle reden volgens hem om op de trom te slaan. “Het is belachelijk, driekwart miljoen diefstallen, kom op zeg. Dit soort aantallen hebben we nog nooit meegemaakt.”

Onder 300 euro

In de cijfers valt op dat er relatief veel fietsen met een waarde onder 300 euro worden gestolen. “Blijkbaar is dat een bedrag om niet meer zorgvuldig om te gaan met je fiets. De slordigheid van de consument en het gebrek aan toezicht en handhaving zijn een gevaarlijke mix van factoren. Dieven kunnen gewoon hun gang gaan, geen enkel probleem.”
Het probleem kan alleen worden opgelost met een gezamenlijke aanpak van alle betrokken partijen, waaronder ANWB, Fietsersbond, fietsenfabrikanten, verzekeraars en politie. Eind deze maand is er een bijeenkomst waarin mogelijke preventieve oplossingen worden besproken. Goede dubbele sloten vanaf fabriek (”Veel sloten gaan wel heel makkelijk open”), track&trace en veel meer bewaakte stallingen zijn ideeën waaraan wordt gedacht.

Brom- en snorfietsen en motoren
Niet alleen het aantal fietsendiefstallen stijgt, maar ook de diefstal van brom- en snorfietsen en motoren loopt gierend uit de hand. De afgelopen zes jaar daalde de curve vrijwel constant, maar daar is een einde aan gekomen, want in de eerste zeven maanden van dit jaar zijn volgens het Verbond van Verzekeraars ruim een derde meer tweewielers (brommers/snorfietsen en motoren) gestolen dan in 2021. Het Landelijk Intelligence- en expertisecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV) noemt de stijging ‘verontrustend’.

Tot en met juli zijn er 7.212 brom- en snorfietsen gestolen tegenover 5.317 in dezelfde periode van 2021 en bij de motoren gaat het om 983 in de eerste zeven maanden van dit jaar tegenover 733 in dezelfde periode vorig jaar. Deze getallen zijn ‘hard’, want anders dan bij fietsen zijn brom- en snorfietsen en motoren gekentekend, waardoor de ontwikkelingen beter in kaart worden gebracht.

Het valt André Bouwman van het LIV op dat veel diefstallen plaatsvinden in de drie grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Deze drie zijn goed voor 40 procent van het totaalaantal. De vierde stad is Groningen. De reden waarom juist de grote steden aan de beurt zijn, is niet helder. “Maar we hebben onze vermoedens. Wij denken dat de mobiliteit in grote steden steeds lastiger wordt voor auto’s. Een parkeervergunning in het centrum van een van de grote steden is niet alleen lastig te krijgen, maar vaak ook kostbaar. Daarnaast kunnen ook de gestegen brandstofprijzen een rol spelen.”

Afbeelding

Mis niks, lees alles!

Wil je ons steunen en al onze artikelen lezen?
Kies hier je abonnement.

Uit de krant