Afbeelding

De bovenstaller

Mensen

Eén effect van de fusie met Amsterdam vind ik tot nu toe zwaar onderbelicht. Daarom wil ik het even hebben over de bovenstaller. Een bestaand woord is er niet voor, dus zo noem ik maar even de medemens die zijn fiets netjes in een bovenstalling bij het station plaatst. Sinds de fusie rukt de bovenstaller op in Weesp.

Logisch ook, want sindsdien controleert een legertje boa’s regelmatig of u binnen de stalling parkeert. Op straffe van een verbanning naar een oord ver buiten Amsterdam. Van uw fiets weliswaar, maar toch: dan maar liever bovenin parkeren. 

Nu zijn er volgens mij twee typen bovenstallers. Het eerste type is de calculerende bovenstaller. Zij zien dat de benedenrijen bezet zijn. Daarom parkeren ze bovenin, zo dicht mogelijk bij het station. Die begrijp ik wel. 

Het is het tweede type dat mij intrigeert: de nodeloze bovenstaller. Die parkeert zijn fiets bovenin, op plekken waar beneden nog volop ruimte is. Vaak ver van het station, terwijl je bovenin ook dichterbij ruime keuze hebt. Waarom in hemelsnaam?

In een poging de nodeloze bovenstaller te doorgronden, besprak ik tal van theorieën met vrienden. ‘Misschien denkt-ie dat zijn fiets zo minder snel gejat wordt?’ opperde een vriend. Zou kunnen. Maar een beetje fietsendief zal inmiddels toch juist ook de bovenste rijen afspeuren. ‘Misschien ziet-ie het als een gratis workout?’ Ook mogelijk. Maar waarom dan zo onnodig ver parkeren?

‘Misschien is het een vorm van galant zijn, ruimte maken voor anderen’, zei een vriendin. Leek me vergezocht. Tot ik laatst zag hoe een heer een dame aanbood om haar fiets bovenin te stallen. Samen liepen ze richting trein. Wie weet waar het bovenstallen allemaal toe kan leiden.

Onlangs kon ik mezelf niet langer bedwingen. Ik moest weten welke sensatie een nodeloze bovenstaller ondergaat. Vol verwachting trok ik een ijzeren stang naar beneden. De plas regen in de wielgoot kletste in mijn gezicht. Erna kwam ik klem te zitten tussen stuur en spatbord. Toen mijn fiets eindelijk boven stond, en ik de smeer op mijn jas vervloekte, ontdekte ik dat ik was vergeten hem op slot te zetten. Opnieuw dan maar.

Na een sprint haalde ik nog net mijn trein. Nul talent om een nodeloze bovenstaller te worden, concludeerde ik opgelucht.

Paul de Lange is communicatieadviseur. Eerder was hij columnist voor Nu.nl en Het Parool. Voor WeesperNieuws pakt hij de draad graag weer op.

Afbeelding

Mis niks, lees alles!

Wil je ons steunen en al onze artikelen lezen?
Kies hier je abonnement.

Uit de krant